Catharose de Petri (1902 - 1990)
Dienares van de Gnosis, maar ook praktische raadgeefster voor de zoeker.
Zo er één uitspraak van Catharose de Petri kenmerkend was voor haar dagelijkse levenspraktijk en haar werk in dienst van de Geesteschool van het Gouden Rozekruis, dan was het wel het devies: ‘Zelfvergeten dienstig zijn voor anderen is de veiligste en meest blijde weg tot God’. Maar dit devies gold niet alleen haar eigen leven. Zij gaf het ook herhaaldelijk als advies aan de aan haar toevertrouwde leerlingen.
Catharose de Petri werd in 1902 in Rotterdam geboren, als H... Huyser. Over haar eerste levensjaren is weing bekend. Ten dele ook omdat zij zelf daar weinig over vertelde en uiterst bescheiden was. Wel weten we dat zij zich al op zeer jonge leeftijd bewust was van haar spirituele opdracht in dit leven. Het is dan ook niet verwonderlijk dat zij zich in 1930, op 28-jarige leeftijd, volledig in gaat zetten voor die levensopdracht door zich te voegen bij de heer J. van Rijckenborgh als zijn belangrijkste geestelijke medewerkster. Ook voor haar was het immers duidelijk dat de toenmalige christelijke kerken geen waarlijke religieuze vernieuwing bod Meer...en aan de naar geestelijke diepten zoekende mens.
Tezamen met de heer J.van Rijckenborgh zal Catharose de Petri gedurende haar hele leven werken aan de opbouw van de huidige zevenvoudige Geestesschool van het Gouden Rozekruis ‘vanuit het niets’, zoals zij zelf zei. Als onderdeel van deze arbeid schrijven zij samen enkele boeken waarin zij o.a. oude gnostieke teksten voor de moderne mens bewerken en verklaren. De beide auteurs zijn in hun wijsgerige leringen niet los van elkaar te zien en hun werk kan op dit gebied worden beschouwd als een unieke harmonische samenwerking. Zo bevat bv. De Chinese Gnosis, uitgegeven door de Rozekruis - Pers (zie hieronder), een schitterende, door hen gezamenlijk aan de 20ste eeuw aangepaste becommentariering van de oud-Chinese hermetische tekst: de Tao Teh King.
Daarnaast voegt zij ook enkele eigen publicaties toe aan het geestelijk erfgoed van de transfiguristische Geestesschool. Ook deze werken zijn geheel toegesneden op de hermetische Gnosis en de leringen van het moderne Rozenkruis. In haar werk worden de lezer, gezien vanuit dit geestelijke gezichtspunt, vele raadgevingen geschonken voor de dagelijkse levenspraktijk op het geestelijke pad.
Cruciaal in de innerlijke ontwikkeling van Catharose de Petri, de heer J. van Rijckenborgh en daar mee de Geestesschool en haar leerlingen, is de vereniging in 1956 met de heer Antonin Gadal in Ussat in Zuid-Frankrijk.
Ook Catharose de Petri is ten zeerste met de voorgaande broederschap verbonden. In een aantal uiterst liefdevol getoonzette toespraken voor de leerlingschare van de Geesteschool, gebundeld in De Driebond van het Licht, uitgegeven door de Rozekruis - Pers (zie hieronder), verklaarde zij de spirituele arbeid der Katharen én hun materiële en immateriële erfenis. Zij blijft wijzen op de oude methode van volledige zelfverloochening, het door de Katharen genoemde Endura, als noodzakelijke voorwaarde voor het pad van geestelijke ontwikkeling. Zij is het ook die de leerlingen van het Rozenkruis bij voortduring wijst op de noodzaak van een ‘rein hart’. En zij is het tenslotte, die de ‘witte duif’, symbool der Katharen voor de Heilige Geest, tot haar teken kiest, waar Jan van Rijckenborgh de ‘adelaar’ heeft.
Na de dood van de heer J. van Rijckenborgh in 1968, zet Catharose de Petri, bijgestaan door een groep getrouwen, hun gezamenlijk begonnen geestelijke werk voort. Zo kent de Geesteschool inmiddels in 36 landen centra waar de innerlijke levensvernieuwing wordt beoefend die zij beiden zo uitvoerig in hun werk beschrijven en verklaren. En als ook zij in 1990 overlijdt, weet ze dat ook dán het werk door zal gaan.